De plug-inhybride variant van de Mini Countryman is niet nieuw: hij dateert uit 2017. Moederhuis BMW heeft wel de gewoonte om alle modellen doorheen de jaren te updaten, en dat is voor de Britse dochter niet anders. Hoog tijd dus om de Mini Cooper SE Countryman ALL4 opnieuw te ontdekken.

Laagje mascara

Alle versies van de Mini-SUV – die eigenlijk helemaal niet zo mini is – kregen vorig jaar een tussentijdse facelift. De Brit kreeg daardoor een nieuwe voorbumper aangemeten, standaard led-koplampen en optionele matrixkoplampen. Achteraan moet hij sinds zijn facelift net als de Mini 3-deurs en 5-deurs laten zien dat hij wel degelijk Brits is. Jawel: ook hier zie je dus led-achterlichten met Union Jack-motief. Mocht je de roots van het merk vergeten zijn...

Ook binnenin blijven de wijzigingen bescheiden. Achter het sportstuur, dat voortaan standaard is, duikt er een deels digitaal instrumentenpaneel op met scherm van 5 duim. Het infotainmentsysteem draait op de meest recente software, en achter het touchscreen van 8,8 duim zit haptische feedback. Intussen zowat de norm.

Mag het iets meer zijn?

Net als de klassieke motorisaties krijgt de plug-inhybride enkele technische aanpassingen, zoals de overstap naar de Euro 6d-norm en een achttrapsautomaat op de vierwielaangedreven versies. Bovendien ziet de stekkervariant zijn batterijcapaciteit met 30 procent toenemen. Het exemplaar onder de achterbank gaat immers van 7,6 kWh naar 9,6 kWh brutocapaciteit, waardoor het elektrisch rijbereik uiteraard toeneemt. De Cooper SE ALL4 geraakt op stroom voortaan 61 kilometer ver volgens de NEDC-cyclus.

Voor de rest blijft alles bij het oude. Onder de motorkap zit dus nog steeds een driecilinder benzinemotor van 136 pk en 220 Nm. Die stuurt zijn vermogen via een zestrapsautomaat naar de wielen. Het elektrische gedeelte van de hybride aandrijflijn krijgt een plaats op de achteras: de elektromotor is 88 pk (65 kW) sterk.

Volgens het boekje

Op papier geeft deze nieuwe, grotere batterij de SUV niet alleen een ruimer rijbereik, maar ook lagere verbruikscijfers. Tenminste: op papier. Volgens de homologatiecijfers verbruikt de Countryman met stekker gemiddeld 1,7 tot 2,0 l/100 km en stoot hij 40 tot 45 g/km aan CO2 uit. Daardoor blijft hij nipt onder de grens van 50 gram voor de fiscale aftrekbaarheid.

In de praktijk is deze plug-inhybride Countryman niet meer zo innovatief verfrissend als drie jaar geleden. De concurrentie heeft immers ook niet stilgezeten met zijn plug-inhybride aanbod. Ondanks een gecombineerd vermogen van 220 pk en 385 Nm voelt de Mini-SUV nooit echt performant aan. Ondanks zijn relatief bescheiden vermogen stuwt de elektromotor de Countryman wel naar 125 km/u zonder veel inspanning. Maar met een lege batterij moet de driecilinder vol aan de bak om het ritme aan te houden.

Bewijs, opnieuw, dat een plug-inhybride pas optimaal werkt als hij vaak wordt opgeladen. Verder lijkt Mini nog steeds geen manier gevonden te hebben om de extra kilo’s onder controle te houden. De koetswerkcontrole is prima, maar de filtering laat te wensen over en de schokdemping blijft aan de harde kant.

Conclusie

Met een prijskaartje van 41.000 euro kost de plug-inhybride variant van de Mini Countryman 2.250 euro meer dan de equivalente benzineversie (Cooper S ALL4, 190 pk). De stekkerversie is weliswaar krachtiger en sneller, maar ook zuiniger. Dat geldt nog meer na deze facelift met extra elektrisch rijbereik.