De Countryman past in het Mini-gamma zoals de Panamera bij Porsche. Het silhouet blijft herkenbaar, maar de invulling is helemaal anders. “Ik ben zo blij dat zoveel mensen mijn ideeën gekopieerd hebben”, zei Issigonis naar het einde van zijn leven. Zou hij ook zo blij geweest zijn met de Countryman? Ik stel me de vraag, wanneer ik voor het eerst kijk naar de nieuwste Mini. Naar de letter zie je duidelijke Mini-trekjes, maar naar de geest?

Tegenover de oer-Mini uit de jaren ’60 beschikt hij over ‘licht’ gewijzigde afmetingen: in de lengte meet hij 1,05 meter extra, hij is 40 cm breder en 20 cm hoger. Het hoeft niet te verbazen dat hij dubbel zoveel weegt. Maar eens je de filosofische klip genomen hebt, merk je snel dat deze pseudo-SUV je wel weet te beroeren. Plus, hij stelt het Mini-gamma ook open voor potentiële kopers met een gezin.

Voor de Countryman heeft BMW een heel nieuw platform ontwikkeld. Een gevolg hiervan is de tot nu voor een Mini ongeziene binnenruimte die de Countryman aanbiedt. De achterbank kan je verschuiven en neerklappen, en biedt plaats aan drie inzittenden. Wie opteert voor de stoelen achteraan, kan slechts twee passagiers achteraan meenemen. De koffer is 350 liter groot, 1.170 liter met de achterbank plat. En hij blijft vooral voldoende compact om nog handig door het stadsverkeer te slalommen.

Nieuwe BMW-motor

Hoewel de cilinderinhoud en zelfs het vermogen (112 pk en 270 Nm) onveranderd bleven, debuteert in deze Mini Coontryman Cooper D een geheel nieuwe BMW-motor. De 1.6 turbodiesel heeft niets gemeenschappelijk met de oorspronkelijke PSA-motor. Hij is vaag afgeleid van de 2.0 turbodiesel die BMW gebruikt voor de 18d en 20d, en bestaat ook als 316d.

De nieuwe motor komt even krachtig uit de hoek als de vorige, maar toont zich minder luidruchtig. De Countryman heeft zijn gewicht en aerodynamica (cX: 0,35) tegen, maar de lange verhoudingen van de zesbak redden de meubelen als het op verbruik aankomt. Op een gemengd, heuvelachtig parcours eindigden we met 7 l/100 km. Niet uitzonderlijk, maar ook niet slecht.

Minder emotioneel

De Countryman neemt langs de binnenkant de stijlelementen over die de Mini zo’n buitenbeentje maken, met buitenmaatse teller en de tuimelschakelaars. Maar je zit hoger achter het stuur dan in een Mini, en ook het rijden is anders. De voortrein bijt zich gretig in het asfalt vast, maar de achtertrein gedraagt zich minder speels dan die van een Mini Hatch. En zijn gewicht maakt hem ook minder kwiek in het bochtenwerk.

De prestaties zijn gewoon correct: 180 km/u snel en 10,9 seconden voor de sprint naar 100. Maar je beleeft achter het stuur van een Countryman minder pret dan in een andere Mini.

Gepeperd

Het basistarief van een Countryman Cooper D bedraagt 24.410 euro. Voor die prijs krijg je er wel een manuele airco bij, net als lichtmetaal velgen en radio/cd. Maar met opties tikt het snel aan: 180 euro voor ESP, 490 euro voor metaalglanslak, 650 euro voor Bluetooth, 1.010 euro voor lederen stoelen, enzovoort. Ons testexemplaar kostte zo meer dan een BMW X1 20d. Amai!