VW blijft een naam met meer standing, maar wanneer de komende Skoda’s de richting uitgaan die deze Octavia uitstippelt… dan zien we echt geen reden meer om geen Skoda te kopen. Geloof ons, we hebben nochtans gezocht. Tot nu was de strategie er vooral op gericht om de VW-technologie in de loop van maanden – soms zelfs jaren – richten de andere merken van de groep te laten druppelen. Zo werd een VW of een Audi jaren later een Skoda of een Seat.

Steeds dichter

De nieuwe Octavia komt nauwelijks vier maanden na de lancering van de VW Golf 7 op de markt, en neemt meteen al zijn technologie mee: radargestuurde cruise control, vermoeidheidssensor, intelligente lichten, verkeersbordherkenning, een aanraakscherm dat de nabijheid van een hand ‘voelt’, enzovoort. De uitrusting staat bovendien niet boven de afwerking verheven. Op dat vlak kan de nieuwe Octavia zelfs lessen geven aan de VW Passat. Ze lijken het bij Skoda ook zelf goed te beseffen, want het woord ‘precisie’ dook liefst acht keer op tijdens de presentatie. We waanden ons bij Audi.

Eindelijk mooi

Voorheen telden vooral de rationele elementen van de Octavia. Nu doet hij zelfs ons hart wat sneller slaan. Zijn design is puur en de proporties maken hem dynamisch. Ook al is hij met 1,46 meter iets hoger dan gemiddeld. Het effect komt vooral van de 4,5 cm langere carrosserie (4,66 meter), die ook over een langere wielbasis beschikt. Ja, achteraan lijkt hij wat op een oude Audi A6. Maar eigenlijk onderstreept dat alleen maar de nieuwe ambities van Skoda. Zelfs in die mate dat de Superb concurrentie binnen eigen rangen moet vrezen. Want dankzij zijn grotere afmetingen beschikt nu ook de Octavia over een enorme koffer (590 liter) en kan hij op de achterbank mensen van meer dan 1,90 meter herbergen.

TSI forever!

Het motormenu maakt gewag van vier benzineblokken en drie diesels. In het begin moeten we tevreden zijn met slechts twee diesels (1.6 TDI – 105 pk, 3,8 l/100 km en 99 gr/km CO2. 2.0 TDI – 136 pk, 4,1 l/100 km). De 1.6 TDI Greenline – aangekondigd met 3,4 l/100 km en 89 gr/km – volgt pas later. We kunnen nu al zeggen dat de 1.6 een goede fleet-carrière wacht met deze cijfers, ook al vonden we hem wat loom rijden. Daarom zouden we het liever even hebben over de 1.2 en 1.4 benzinemotoren die we ook hebben kunnen testen. Eerst is er de 1.2 TSI met 105 pk (bestaat ook met 86 pk). Een kleine brok vitamines die noch angst heeft van de hoge toeren, noch souplesse tekort komt in de lage toeren met zijn 175 Nm vanaf 1.400 opm. Hij heeft geen enkele moeite met de 1.230 kg van de Octavia – die een winst van 102 kg optekent ten opzichte van de vorige generatie. Hij is aangenaam om naar te luisteren wanneer hij aangespoord wordt, en blijkt ook nog eens zuinig. Na 90 km met het mes tussen de tanden, stond de boordcomputer nog maar op 9,1 l/100 km. De motor weegt nauwelijks door op de voortrein, waardoor deze zijn dynamische kwaliteiten volop kan benutten.

Onderhuids benut de Octavia het nieuwe MQB-platform van de Golf en de Audi A3, en het is pas met de 1.4 TSI-motor dat de kwaliteiten van dit onderstel volop aan de oppervlakte komen. Die 1.4 levert 140 pk en brengt de Octavia in 8,3 seconden aan 100, met een top van 215 km/u. Hij is wild hoog in de toeren en zo krachtig als een TDI laag onderin. Op de limiet gedreven toont hij zich efficiënt en voorspelbaar. Misschien niet echt speels, maar hij laat zijn bestuurder toe om de grenzen te verleggen en met een grote glimlach de bochtige wegen op te zoeken. Ook met deze variant valt het verbruik goed mee. Je hebt echt niets meer dan dit nodig. De topmotor – een 1.8 TSI met 170 pk – lijkt zelfs wat overbodig.

De Octavia 1.2 TSI 86 pk zal 18.000 euro kosten, de 1.6 TDI 105 pk begint aan 21.000 euro. Voor de andere modellen is het nog wachten op de prijs.