Toyoda is in de jaren ’30 Toyota geworden om uiteenlopende redenen. Akio Toyoda nam in 2009 het roer over in het bedrijf. Een belangrijk moment, want het was voor het eerst sinds de jaren ’90 dat nog eens iemand van de familie van de stichter aan het hoofd van het bedrijf kwam. Akio hoort niet alleen tot de familie, hij is ook nog eens een autoliefhebber in hart en nieren. Het is dus geen toeval dat drie jaar nadat hij de touwtjes in handen kreeg, we ons al mochten warm maken aan de GT86. Toegegeven, de nieuwe Auris is geen sportieve coupé, maar je moet hem maar eens naast de oude zetten om te begrijpen dat er een heel nieuwe wind waait bij Toyota.

Beter herkenbaar

De eerste Auris had bovendien een bijzonder moeilijke opdracht. Hij moest een naam doen vergeten waarmee Toyota sinds 1966 een reputatie van absolute betrouwbaarheid had opgebouwd: Corolla. Dat was ook het enige risico dat Toyota met de Auris wilde nemen. Voor het overige choqueerde noch begeesterde hij. Met de nieuwe Auris komt daar verandering in. Langer, breder maar minder hoog (4,27 meter, 1,76 meter en 1,46 meter), het maakt de Auris expressiever. Bovendien zijn de designers veel meer hun gang mogen gaan. Je houdt ervan of niet, maar deze keer heeft iedereen wel een mening over het uiterlijk van deze Toyota. Dat hij wat op de Hyundai i30 lijkt? Daar valt wel wat voor te zeggen. Misschien is het ook een boodschap van Toyota om duidelijk te maken dat het land van de Rijzende Zon nog steeds de bakermat wil zijn wanneer het over Aziatische auto’s gaat.

De hoekige vormen van het uiterlijk design zijn ook aan de binnenkant geïntegreerd. Maar ondanks een betere materiaalkeuze zoek je hier het langst naar tekenen van vernieuwing. Wel is deze Auris standaard beter uitgerust.

Verrassing!

Vijf motorisaties staan gepland. Er zijn twee benzines (1.33 en &.6), twee diesels (1.4 en 2.0) en natuurlijk de hybride. Wij konden al even de weg op met de 2.0 diesel en met de hybride, en in beide gevallen gaat het goed vooruit. Achter het stuur van de Auris diesel (4,3 l/100 km, 112 gr/km, 23.710 euro) voel je dat het onderstel kan profiteren van de gestegen afmetingen. Hij ligt beter op het asfalt, het zwaartepunt ligt lager en hij weegt 70 tot 90 kg minder zwaar, waardoor de auto minder gaat hellen in de bochten. Hierdoor kon ook de ophanging zachter worden afgesteld, waardoor de Auris op slecht wegdek één van de meest comfortabele auto’s in zijn klasse wordt. Bovendien danst hij door de bochten zoals geen enkele recente Toyota (op de GT86 na) wist te doen. Met zijn 310 Nm – voortaan reeds vanaf 1.600 opm in plaats van 1.800 opm – heeft hij kracht genoeg om het plezierig te maken, en het stuur blijkt veel feedback aan de bestuurder te geven. Dat maakt van de Auris nog geen Ford Focus, maar hij is wel een aangename verrassing, en dat desondanks een wat lawaaierige motor.

Hybride

De Auris HSD (3,8 l/100 km, 87 gr/km, 24.550 euro) wijzigt eveneens. Deze keer is de Auris van bij het begin ontwikkeld met een hybride variant in gedachten. Hierdoor zijn de batterijen onder de achterbank weggemoffeld, waardoor een even grote koffer overblijft als in de andere Auris-versies: 360 liter. De hybridecombinatie blijft goed voor 136 pk, maar werd wel wat bijgespijkerd. Zo is het voortaan makkelijker om in elektrische modus te blijven rijden en verdween het koffiemolen-effect: wanneer je voorheen een hybride Toyota om een snelle acceleratie vroeg, bleef de motor op een hoog en vervelend toerental hangen. De werking van de continu variabele versnellingsbak bleef dezelfde, alleen is de werking nu meer in lijn met de versnelling die de bestuurder verwacht. De geluidsisolatie ging er tot slot op vooruit. Voorheen kon het geluid van de hybride wat irriteren. Dat is nog steeds een beetje het geval, maar er is in elk geval beterschap merkbaar.

Klik hier voor alle nieuws over het merk Toyota

Klik hier en zoek uw occasie Toyota Auris II tussen de duizenden tweedehands auto’s.

Klik hier voor een overzicht van Toyota Auris II, en een selectie van tweedehandse