Opel Astra 2020: De laatste zet van GM

In maart 2017 scheidden de wegen van Opel en General Motors, en sindsdien kent Opel een leuk nieuw huwelijk met de Franse PSA-groep (Peugeot, Citroën). Dat leverde al een erg beloftevolle nieuwe Corsa op. Maar een kind uit het vorige huwelijk, de Astra, draagt nu bij zijn facelift de gevolgen van wat een gefrustreerde andere partner lijkt te doen.

Zoals de Insignia

Laten we beginnen met wat de dappere Astra aan aanpassingen krijgt bij zijn facelift halverwege zijn carrière. Eerst en vooral is er een nieuw gezicht. We zien wijzigingen aan het radiatorrooster, de voorbumper en de motorkap. Hierdoor krijgt de Opel Astra meer trekjes van zijn grote broer, de Insignia. Tegelijk hebben de ingenieurs van Opel beweegbare luikjes geplaatst achter die frontpartij waardoor de aerodynamica verbetert en dus het verbruik daalt, net als de uitstoot. Gemiddeld over het hele gamma zakken verbruik en uitstoot met 21 procent.

Meer technologie

De vernieuwde Opel Astra beschikt ook over meer technologie. De Opel Astra stond al aan de top van zijn segment met onder meer zijn IntelliLux-lichten die toelieten de grootlichten te gebruiken zonder de tegenligger te verblinden. Hij krijgt nu nieuwe digitale camera’s vooraan en achteraan, een multimediasysteem met meer online toepassingen en een vak om een smartphone via inductie te laden.

Opel heeft het stuur en het onderstel verder verfijnd. Hierbij is iets meer aandacht voor comfort. Wie meer dynamiek wil kan in optie een sportonderstel bestellen. Finaal blijven de kwaliteiten van de Astra overeind: de precies sturende en communicatieve voortrein, een beetje een speelse achtertrein en rijcomfort dat op niveau is. Alleen…

In achteruit

Het is hier dat het verhaal ineenklapt. Opel biedt voortaan in de Astra alleen nog driecilindermotoren aan, allen met turbo. Er is een 1.2 benzine met 110 pk, 130 pk of 145 pk. Er is een 1.4 benzine met 145 pk die uitsluitend met CVT-automaat komt en er is een 1.5 diesel met ofwel 105 pk ofwel 122 pk. Hij krijgt standaard een manuele zesbak, een negentrapsautomaat is een optie. Niets van dit alles komt uit PSA-rekken. Al deze motoren zijn nog door GM ontwikkeld, dat deze motoren in verschillende modellen uit zijn groep wereldwijd wil gebruiken. Maar voor de Astra lijken ze meer een vergiftigd geschenk.

De 1.2 legt een gezonde werkijver aan de dag, maar hij is minder enthousiast in de acceleraties dan de 1.0 van Opel vroeger, of dan de 1.2 uit de PSA-groep. Aan de 1.6 raakt hij helemaal niet, en die is bij deze aanpassing uit de catalogus geschrapt. De 1.5 diesel presteert wel naar behoren, terwijl hij zo zuinig rijdt als je van een diesel mag verwachten, alleen… wat een kabaal. Hij maakt duidelijk waarom alle andere merken intussen de 1.5 driecilinder dieselmotor begraven hebben. We hielden ons hart vast voor de 1.4 met continu variabele versnellingsbak (CVT), maar uiteindelijk blijkt hij een aangename verrassing. Deze CVT beschikt ook over voorgeprogrammeerde, gesimuleerde versnellingen. Hij ontwijkt de valkuilen van een traditionele CVT: geen jojo-effect in de acceleraties, geen monotoon motorgedreun en vooral prestaties die de motor eer aan doen. Wel had het verbruik beter gekund.

Om duidelijk te zijn: het is niet dat deze motoren geen enkele waarde hebben. Maar ze schuiven de Astra wel een bank achteruit, behalve wat CO2-uitstoot betreft. De Opel Astra verdient beter dan deze motoren die GM ongetwijfeld voorziet voor zijn minder veeleisende markten in Rusland, China of Latijns-Amerika. Bedankt voor dit cadeautje GM, hopelijk was dit het laatste. Al deze wijzigingen gelden natuurlijk ook voor de Opel Astra Break. De basisprijs van de Opel Astra bedraagt 20.400 euro.