Opel Astra Tests

De Opel Astra krijgt voor het eerst sinds het Stellantis-tijdperk een make-over . Hij komt niet alleen met een opvallend nieuw design en state-of-the-art technologie, maar ook met zijn eerste plug-inhybride aandrijflijn.

Een scheiding is steeds pijnlijk. Zeker wanneer de ex tot op het laatst de boel blijft verzieken. Voor Opel is General Motors zo’n ex.

Wie zijn gezin ziet uitbreiden, gaat onvermijdelijk op zoek naar een meer praktische oplossing op vier wielen. Gedaan met de coupés. En dan ontdek je plots hoe handig een break wel kan zijn, zoals hier met de nieuwe Opel Astra Sports Tourer.

Robin Hood, da’s die gast die stal van de rijken om het aan de armen te geven. De Opel Astra steelt niets van niemand, maar zet wel een traditie bij Opel verder. Die van de eerste algemene constructeur die ook premiumsnufjes aanbiedt.

Naast de koele cijfers (voor de Astra OPC: 280 pk, 400 Nm, 250 km/u) maakt eveneens de link met de autosport de reputatie van een hot hatch. Deze visie deelt ook Volker Strycek, de baas van het Opel Performance Center (OPC) dat op de Nürburgring is gevestigd.

Eind 2008 leek Opel op de rand van een faillissement. Eind 2011 krijgen we de ene na de andere nieuwe Opel voor de voeten geworpen. In Rüsselsheim verkeren ze momenteel in de vorm van hun leven, en dat is zelfs te merken aan de persconferenties.

De nieuwe Astra Sports Tourer zweeft tussen sportief en klassiek. Zeker in deze uitvoering: mét de 160 pk sterke tweeliter diesel, mét zestrapsautomaat, mét Sports-pakket en een hele rist andere opties en extra’s.