Aston Martin DB7

De voorganger van de Aston Martin DB 7

Toen een zekere Sir David Brown eind jaren ’40 bij de Britse sportautofabrikant Aston Martin kwam werken, zorgde dit voor in keerpunt in de geschiedenis van de traditionele Engelse fabrikant. Sir Brown begon een serie die vernoemd werd naar zijn initialen. Deze Aston Martin DB-serie droeg na de oorlog bij aan de goede naam van de onderneming die voortaan als luxe autofabrikant bekend stond. De DB-modellen werden tot 1970 in zes generaties als coupé en cabriolet geproduceerd en werden voor een groot deel met de hand vervaardigd. Na die tijd werd hun plaats ingenomen door de DBS-serie en de Aston Martin V8-serie.  

In 1994 wordt de Aston Martin DB 7 gepresenteerd

Toen het Amerikaanse Ford concern in 1986 het grootste aandeel van Aston Martin in zijn bezit kreeg en een uitweg zocht uit de economische crisis van de autofabrikant, kwamen ze op een idee dat zich als bijzonder succesvol bewees en bijdroeg aan het in stand houden van het merk. Ze bliezen de historische DB-serie nieuw leven in. In 1994 kwam met de Aston Martin DB 7 het eerste model uit de nieuwe serie op de markt.

De Aston Martin DB 7 als coupé en cabriolet

De Aston Martin DB 7 markeerde tegelijkertijd de herintreding van de fabrikant in de kleinere V6 motorklasse. In 1970 was de Aston Martin voor het laatst in deze klasse vertegenwoordigd met de Aston Martin DB 6. Naast de Aston Martin V8 vormde de Aston Martin DB 7 als coupé en cabriolet tot 1999 het goedkoopste model uit de collectie. Qua uiterlijk had de Aston Martin DB 7 eerder weinig overeenkomsten met zijn historische voorganger. Maar ze hadden één ding gemeen. Wat design betreft hadden ze dat te bieden, wat consumenten van Aston Martin gewend waren. Dat kon dus alleen maar elegantie en moderniteit in combinatie met een tijdloze klassieke stijl zijn.

Jaguar-techniek voor de eerste Aston Martin DB 7

Ook de basistechniek van de Aston Martin DB 7 kon het beste met één woord beschreven worden: klassiek. De constructie van het chassis dat voor de bouw van de eerste modelgeneratie gebruikt werd, was namelijk gebaseerd op ontwikkelingen uit de jaren ‘70. Om precies te zijn stamde de basis van voormalig concurrent Jaguar, die samen met Aston Martin en Land Rover van 1994 tot 2007 onder het dak van het Ford concern de Premier Automotive Group vormde. Het uitwisselen van technische componenten tussen de modellen van de twee luxe merken Aston Martin en Jaguar lag dan ook voor de hand. Voordeel voor Ford: het enorme prestige van Aston Martin beloofde een heel andere prijsvorming als bij bijvoorbeeld Jaguar.

Vanaf 1999 nieuwe V12-motoren voor de Aston Martin DB 7

Dit gold ook voor de in 1999 gepresenteerde tweede generatie van de Aston Martin DB 7. In plaats van de vorige V6-motoren met 250 kW (340 pk) was er nu een nieuwe V12-motor verkrijgbaar met een prestatievermogen van 313 kW (436 pk). Deze versie werd als Volante-coupé en in de gesloten versie als Vantage-coupé tot 2003 geproduceerd.  In totaal werden er van de Aston Martin DB 7 nog geen 7000 exemplaren geproduceerd.  Dat klinkt weinig, maar voor een fabriek was dit echter veel. Hiermee haalde de Aston Martin DB 7 zelfs de top van de verkoopstatistieken van Aston Martin.