Wat de Europese Unie betreft is het beslist: vanaf 2035 gaan er in de deelstaten geen nieuwe auto’s meer over de toonbank met een verbrandingsmotor onder de kap. Sommige landen – of gewesten – nemen die stelling zelfs heel serieus, want Vlaanderen bant de thermische motor bijvoorbeeld al vanaf 2029. Anderen zien die deadlines dan weer minder zitten, zoals Italië, Frankrijk of Duitsland.
Allen aan de e-fuel?
De Duitse Minister van Transport, Volker Wissing, verklaarde namelijk aan Italiaanse media wél nog heil te zien in de verbrandingsmotor na 2035. De staatsman haalt een aantal alternatieven aan zoals extreem zuinige hybrides met desnoods beperkte prestaties, maar wijst vooral op het nut van synthetische brandstoffen. Dergelijke ‘e-fuels’ worden kunstmatig samengesteld door bijvoorbeeld CO2 uit de atmosfeer te halen, en zouden op die manier eveneens zo goed als uitstootneutraal moeten zijn.
Economische impact
Er valt trouwens een tendens te herkennen in de landen die wel en niet akkoord gaan met de 2035-deadline. België, bijvoorbeeld, heeft dan wel een aantal autofabrieken maar is niet meteen het thuisland van een bepaalde constructeur. In Frankrijk of Duitsland, daarentegen, maakt de auto-industrie een groot deel uit van de totale economie. Het is dus moeilijk te voorspellen welke impact een complete omschakeling naar elektrische aandrijflijnen er zal hebben. Eén ding is echter zeker: het worden nog 13 bewogen jaren vooraleer de deadline bereikt wordt.
