Stadsmens? Besteed uw tijd nuttiger. De Jeep Wrangler heeft geen plaats in de stad. Met zijn hoogte van net geen 1,90 meter en een lengte van bijna 4,9 meter staat de ondergrondse parkeergarage gelijk aan de martelkamer. Maar eens buiten de stad vertelt de Jeep Wrangler een heel ander verhaal.

Achterkleinzoon

De Wrangler is de achterkleinzoon van de oorspronkelijke Willys Jeep, bekend van het front van Arromanches tot Bastogne. Dat plaatst hem op dezelfde hoogte als andere iconen als de Land Rover Defender en de Mercedes G-klasse. Hij straalt het uit: de Jeep Wrangler is tijdloos en onverwoestbaar. En dankzij zijn vernieuwingsoperatie in 2018 is hij als auto ontzettend verbeterd, net als de nieuwe G-klasse eigenlijk. De nieuwe Jeep Wrangler herken je vooral aan de strip led-dagrijlichten op de spatborden vooraan. Voor het overige behoudt hij zijn klassieke uitstraling, met de lichten dicht bij elkaar in het radiatorrooster. De kleine voorruit domineert het gevoel aan de binnenkant, en zorgt voor een best gezellige sfeer. Hoewel de ruit klein is, heb je niet het gevoel dat je plaats te kort komt. De tellerpartij biedt een mix van een digitaal middengedeelte en klassieke tellers. Het UConnect multimediasysteem uit de FCA-groep is niet het beste, maar een degelijke middenmoter. Vooral op het vlak van navigatie schiet hij tekort en brengt Apple Car Play voor de iPhone-gebruikers redding.

Echte 4x4

De twee poken in het midden maken de bestuurder duidelijk dat hij met een echte 4x4 te maken heeft. Voor gewone omstandigheden volstaat achterwielaandrijving, bij slecht weer kan je overschakelen op permanente vierwielaandrijving en dan zijn er nog de veldversnelling voor het zware werk. Het stoffen dak maakt er een echte Safari-auto van, maar zorgt ook voor flink wat windgeruis op de snelweg. Maar dat neem je er graag bij, het maakt deel uit van de identiteit van de Wrangler. Bovendien stuurt hij best comfortabel op asfalt voor zo’n ouderwetse 4x4.

Offroad op de weg

We twijfelden sowieso al niet aan zijn capaciteiten in het terrein, maar het is pas wanneer het terrein zich verplaatst naar wat asfalt hoort te zijn, dat hij pas echt imponeert. Wegen die veranderen in modderstromen? Piece of cake. Enkeldiep in de modder omdat je moest uitwijken voor een tegenligger? No sweat. De regenbui die we over ons heen kregen en die de wegen in de buurt in modderstromen omtoverde, hadden ons in andere auto’s in de problemen gebracht. Het mag dus heel erg ironisch klinken maar hoe harder het klimaat de boel op zijn kop zet, hoe meer we auto’s als de Jeep Wrangler zullen nodig hebben.

't Was koud

We reden hem met de 2-liter turbobenzine viercilinder, met 272 pk en 400 Nm en met achttrapsautomaat. Een bijzonder aangename keuze in de praktijk, maar niet de meest zuinige. Gemiddeld hadden we 11,1 l/100 km nodig… maar we bekennen: we hebben in deze koude dagen wel de stoelverwarming en zelfs de stuurverwarming vaak benut. De vierdeursversie blijkt in de praktijk een veel handiger jongen dan je zou denken. Je went snel aan het kleine kofferdeurtje dat je moet openzwaaien, om vervolgens indien nodig nog de achterruit op te heffen. Die eenvoud is wat de Wrangler zo aantrekkelijk maakt: een no nonsense werkpaard dat altijd klaar staat en blij lijkt om je te zien. Je eigen Jolly Jumper, en dat vanaf 53.200 euro voor de tweedeurs en 56.200 euro voor de vierdeurs. De 2,2-diesel kost overigens evenveel.