Het was toenmalig ontwikkelingschef Tony Rudd die in 1975 deze typering van Lotus’ sportwagens vastlegde. Tot vandaag gebruiken de ingenieurs dit als leidraad bij de ontwikkeling van nieuwe modellen. De komst van de gefacelifte Elise maakt duidelijk dat het leidmotief zelfs op de spits wordt gedreven.

Het hart

Meer efficiëntie – en minder CO2-uitstoot – was het marswoord om de vernieuwde Elise in gang te steken. En dus is de 1.8 Toyotamotor ingeruild voor een 1.6 van het Japanse merk. Lotus ontwikkelde wel zelf het motormanagement, en dankzij nog enkele aanpassingen slaagt Lotus er in meer vermogen uit de motor los te wringen: 136 pk. Dat is exact wat de vorige Elise produceerde. Dankzij de nieuwe versnellingsbak met zes in plaats van vijf verzetten en de lange zesde, daalt het officiële gemiddelde verbruik van 8,6 naar 6,3 l/100 km.

De beleving

136 pk, daar moet je aan de cafétoog niet mee lopen pronken tegenwoordig. En toch vind je in de Elise puur en onversneden rijplezier terug achter het stuur. De Lotus Elise is zo snel als hij er uitziet. De 1.6 hangt als een hitsige hond aan het gaspedaal. Dankzij zijn lage gewicht van goed 900 kilogram staat de achterwielaangedreven Elise in 6,5 seconden aan 100 km/u.

De motor draait vlot 7.000 opm en leeft merkbaar op eens de naald 4.000 opm passeert. Op dat moment beschikt de motor over zijn volle 160 Nm aan trekkracht. Je stuurt hem bijna automatisch naar verlaten weggetjes, liefst met flink wat bochten in. Want het is in de bochten dat je de leefwereld van de Elise pas echt leert kennen. Om te beginnen is er zijn stuurinrichting: onbekrachtigd maar licht, vol gevoel en snel en precies. Het lage gewicht laat je toe later te remmen dan andere stervelingen, terwijl de brede wielstand en het lage zwaartepunt je toelaten de bocht te nemen met ongehoorde snelheden.

Jammer dat je slechts met twee personen van zoveel sensaties kan genieten. En waar je vroeger nog het risico liep op een blokkerend wiel, helpt tegenwoordig ABS je bij de perfecte remkrachtdosering. Het is pas bij zwaar gasgeven uit scherpe bochten dat je de achterkant onder acceleratie zal voelen schuiven. Met een topsnelheid van 204 km/u heb je niet de snelste van het pak in handen, maar wel een van de leukste.

Je kan de nieuwe Elise herkennen aan zijn led-dagrijlichten en led-richtingaanwijzers. De lijn is licht bijgewerkt, maar blijft prachtig. Het stoffen dak – eigenlijk de enige juiste keuze voor een Britse roadster – blijft een behoorlijk werk om op zijn plaats te leggen, maar dat maakt deel uit van de charme.

Duurder

De nieuwe Elise kost 38.889 euro, wat een lichte prijsstijging betekent. Ook de Elise R met 192 pk (43.994 euro) en de Elise SC met 220 pk (47.400 euro) staan reeds in de catalogus.

De zomer mag losbarsten.