In het kort
Als laatste telg van de Lotus-familie die nog op benzine rijdt, is de Lotus Emira een klein juweeltje. Ondanks de ruwe klank van zijn AMG-viercilinder blijft hij amusant, dynamisch en toegankelijk.
Als laatste telg van de Lotus-familie die nog op benzine rijdt, is de Lotus Emira een klein juweeltje. Ondanks de ruwe klank van zijn AMG-viercilinder blijft hij amusant, dynamisch en toegankelijk.
Ondanks de koerswijziging naar grote elektrische modellen met een Chinese basis, wil Lotus een merk blijven dat in het teken staat van sportiviteit. Het model dat die filosofie het best belichaamt is de Emira, een sportwagen met middenmotor achterin. Volgens velen is hij de waardige erfgenaam van het Lotus-erfgoed. Blijft dat zo met een AMG-motor?
Gelanceerd in 2021 volgt de Lotus Emira de Evora, Exige en Elise op. De compacte coupé behoudt de bekende basis van het merk: een aluminium chassis, twee zitplaatsen en een midden-achter geplaatste motor. Toch doorbreekt hij lichtjes de codes door, naast de geblazen V6, ook een 2,0‑liter viercilinder te introduceren.
Enkele jaren later is er de Emira in Turbo SE-vorm. De aandrijflijn evolueert – daar komen we zo op terug – maar het uiterlijk blijft ongewijzigd. De Brit behoudt zijn strakke lijnen en uitgesproken sportieve stijl. Zoals steeds speelt hij met de aerodynamica dankzij tal van luchtkanalen die knap in de carrosserie geïntegreerd zijn. Naast een bijna banaal ogende Porsche Cayman doet de Emira hoofden draaien!
De komst van de Emira markeerde in 2021 een kantelpunt in de geschiedenis van Lotus. Het was immers het eerste model onder de vleugels van het Chinese Geely. Die verandering gaf Lotus toegang tot een schat aan componenten, die de Britten benutten om het interieurcomfort te verbeteren.
In één woord: de Emira is de meest luxueuze tweezits sportwagen die Lotus ooit bouwde. Volnerfleer en alcantara bekleden nagenoeg het hele interieur, en ook de technologie is up‑to‑date. Het infotainment is eenvoudig, maar het 10,25‑inch scherm is makkelijk te bedienen.
Naast de meest luxueuze is de Emira ook de tweezitter die het makkelijkst in het dagelijks gebruik is. De instap is vlot, de rijhoogte is acceptabel zodat verkeersdrempels geen stress bezorgen, en er is zelfs een bruikbare koffer achter de motor. Alleen de stoelen stellen een beetje teleur door het gebrek aan zijdelingse steun en de prominente lendensteunen.
Zoals gezegd behoudt de Emira de mechanisch gecomprimeerde V6 van zijn voorganger, de Evora. Daarnaast introduceert hij ook een nieuwe motor… van AMG! Nee, geen dikke V8 zoals de Duitsers die kunnen bouwen, maar de 2,0‑liter viercilinder uit de A45 AMG. Met andere woorden: de krachtigste serie‑viercilinder ter wereld!
Toch laten de Duitsers wat vermogen liggen. De Emira Turbo levert 364 pk en 430 Nm. Dat is merkelijk minder dan het AMG-bommetje. Met de komst van de Turbo SE wordt dat verschil kleiner. De nieuwe versie wint aan power en komt uit op 406 pk. Daardoor daalt de 0‑100 km/u naar 4,0 seconden (0,4 s beter) en stijgt de topsnelheid naar 291 km/u. Daarmee is de Turbo SE de snelste van alle Emira’s…
Naast twee cilinders minder is het grote verschil van deze Turbo (SE) de versnellingsbak. Waar de V6 een handbak heeft, is de 2,0‑liter standaard gekoppeld aan de 8‑traps transmissie met dubbele koppeling (DCT) van Mercedes‑AMG. Dat brengt extra comfort en gebruiksgemak. Koud gedraagt de bak zich echter hakerig en aarzelend.
Dat smetje verdwijnt volledig zodra je de files inruilt voor een bochtige weg. Hier primeert efficiëntie. In de Sport-stand zijn de schakelacties snel, kort en goed gespatieerd. Alleen het wat synthetische gevoel van de schakelpeddels haalt de beleving naar beneden. En dan vergeten we nog de ruwe – zo niet agrarische – klank van de viercilinder bij lage belasting…
Bocht na bocht bewijst de Emira – als dat al nodig was – dat de teams in Hethel chassisafstemming tot in de vingers hebben. De vooras is licht, maar precies en natuurlijk. Ondanks de sportophanging van de Turbo SE wiegt de Brit lichtjes op zijn banden, net genoeg om zich in steun te zetten. Een subtiele beweging van het rechterpedaal laat hem om zijn as pivoterend insturen met verbluffend gemak, zonder de bestuurder ooit te overrompelen. In een wereld gedomineerd door (elektrisch) pk’s in rechte lijn is het heerlijk om weer een gouden chassis te ervaren!
Sportief, Brits en snel: dat link je niet aan goedkoop. Zo start de Lotus Emira Turbo vanaf 99.600 euro. De Turbo SE met 40 pk extra brengt de prijs op 111.800 euro. Daarmee is deze Brit zeker niet de goedkoopste, maar wel een van de charmantste…
De 40 pk extra maken van deze Emira Turbo SE de krachtigste en snelste van het gamma. Toch kunnen ze het ruwe karakter van de viercilinder achter de cabine niet verbergen. Gelukkig blijft de Emira – Turbo SE of niet – een van de charmantste, meest leefbare en meest dynamische sportwagens in het segment.
Technische fiche: Lotus Emira Turbo SE (2025)