De Citycarver, dat is een Audi A1 in vrijetijdskledij. Daarmee volgt hij zo’n beetje het recept van de Allroad-breaks bij Audi: licht hoger op zijn poten (+ 4 centimeter), stoerdere bumpers, bijkomende zwarte plastic of inox beschermstukken (zijschorten, wielkastverbreders, carterbescherming) en hopla, je hebt een auto die lijkt op een offroader.

Stijl maken

Dat is zeker het geval voor een Allroad, maar die vlieger gaat niet op voor de Citycarver. Diens ophanging is niet in de hoogte regelbaar en hij beschikt evenmin over vierwielaandrijving om zich uit de modder te redden. Zijn naamt maakt vooral duidelijk waar zijn habitat ligt: in de stad. Waarmee hij dus echt een hipster-product wordt: wel met hip baardje en ruitjeshemd, maar steeds binnen het bereik van de wifi van de Starbucks.

Enige ironie? Helemaal niet, want de Audi A1 Citycarver vult perfect in wat hij belooft. Aan de basis is de Audi A1 al een erg geslaagde stadsauto, knap en dynamisch. De mini-Allroad behandeling doet hem uit het stadsbeeld springen, zeker met een levendige kleur zoals in de Misano-rode die wij meekregen voor deze test.

Het interieur is daarentegen identiek aan dat van de gewone A1. Audi heeft alleen her en der wat andere kleuren aangebracht, die hem iets meer funky maken dan de andere A1’s. Hij blijft trouw aan de klassieke afwerkingskwaliteit van Audi, die zijn gelijke niet heeft in deze klasse. Hij kan uitgerust worden met digitaal dashboard en groot aanraakscherm voor het multimediasysteem, maar dan moet je wel uit de optielijst putten. De ruimte achteraan blijft bescheiden.

Bruisend en comfortabel

De extra hoogte van de Citycarver komt volledig van de ophanging en van iets meer flankhoogte van de banden. Dit geeft meer comfort op de weg, ook al blijft de kleine Audi relatief strak geveerd. Wel merken we dat de A1 Citycarver meegaander is op slecht wegdak dan andere A1’s. Hij behoudt wel de overige kwaliteiten van de Audi A1: een snedig sturende voortrein, een precies stuur, een licht gevoel. Alleen iets meer communicatie had nog gemogen. Het is voor ons wel duidelijk dat dit onderstel aan de basis al zo goed is, dat je je wel de moeite kan besparen om de optionele gestuurde ophanging aan te vinken.

Onder de motorkap van onze Citycarver treffen we de 1-liter driecilinder turbobenzine aan met 116 pk, samen met een manuele zesbak. Er bestaat ook een versie met 95 pk, en Audi biedt ook een 1,5-liter viercilinder aan met 150 pk. Maar 116 pk bleek ruil voldoende voor de stad. Hij heeft voldoende overschot om pittig voor de dag te komen in de stad en daarbuiten, terwijl de driecilinder zich net voldoende laat horen om leuk te zijn. De zesbak werkt feilloos.

Als we een minpuntje moeten signaleren, dan is het zijn verbruik. Een kleine driecilinder in een stadsauto, die zou beter moeten doen dan een gemiddelde van 6,3 l/100 km. Zeker omdat het merendeel van de verplaatsingen uit snelwegritten bestonden. Volgens de WLTP-meting doet hij ook effectief iets beter met 6,1 l/100 km. Maar het verschil met de 5,6 l/100 km voor een gewone A1 met dezelfde motor is groot. Tsja, hoe hoger, hoe minder aerodynamisch. Dat blijft een oude wetmatigheid.

De Audi A1 Citycarver heeft een basisprijs van 22.290 euro voor de 95 pk-variant. Dat is 1.800 euro duurder dan een gewone Audi A1 met 95 pk. Al bij al valt die meerprijs mee voor een veel stijlvollere Audi A1. Maar met 116 pk en met wat opties bij kom je al snel aan 30.000 euro. Dat is een premiumprijs.