Rover 75

Ook de roadsters van Rover-dochter MG golden lange tijd als typische vertegenwoordigers van hun klasse en maakten de liefhebbers van de kleine tweezitters in heel Europa enthousiast. Voor de onder de eigen naam verkochte sedans uit de middenklasse kreeg Rover buiten Groot-Brittannië daarentegen minder belangstelling. De Rover 600 en 800 leidden begin jaren '90 eerder een nichebestaan. Door Rover in 1994 aan autofabrikant BMW te verkopen hoopten de Rover-ingenieurs dat ze onder Duitse regie met een moderne opvolger van de 600-serie eindelijk beter voet konden vatten in de middenklasse. De in 1998 gepresenteerde Rover 75 moest voor deze verandering zorgen. Aanvankelijk werd hij als sedan geproduceerd en moest hij met zijn retrodesign herinneringen opwekken aan de klassieke Britse voertuigen. De fabrikant koos ervoor om bepaalde stijlkenmerken overeen te laten komen met de modellen van het premiummerk Jaguar en de nieuwe sedans zo als een goedkoper alternatief voor Jaguar te laten verschijnen.

De benzineversies van de Rover 75

De Rover 75 was een eigen ontwikkeling van Rover, maar motortechnisch gezien profiteerden de dieselmodellen echter wel van de ervaringen van de Beierse merkeigenaar. BMW modificeerde voor de sedan van Rover namelijk haar 2,0 liter turbodiesel die in een ongeveer gelijke versie dienst deed in de Land Rover Freelander en in de eigen middenklasse series van BMW. In de Rover 75 had de motor een prestatievermogen van 85 kW (116 pk). Verder verschenen er ook drie benzineversies met Rover-motoren. Men had de keuze uit een motor met een cilinderinhoud van 1,8 liter en 88 kW (120 pk) en een grotere 2,0 liter motor met 110 kW (150 pk). Het V6-topmodel met een cilinderinhoud van 2,5 liter had een prestatievermogen van 130 kW (177 pk) en gaf de Rover 75 een maximumsnelheid van 220 km/u. Vanaf 2003 vulde het nieuwe 4,6 liter V8-topmodel uit het motorenpalet van de nieuwe Rover eigenaar Ford de collectie van benzinemodellen aan. In deze versie had de Rover 75 een prestatievermogen van 194 kW (264 pk) en kon hij maximaal 243 km/u halen.

De Rover 75 collectie wordt in 2001 gecompleteerd met een combi

In 2001 completeerde de fabrikant het modelpalet met een combi. Deze werd aangeboden als Rover 75 Tourer en was verkrijgbaar met dezelfde motoren als de andere modellen. In 2004 onderging de Rover 75 in beide carrosserieversies een modelonderhoud. Deze bracht vooral veranderingen aan de voorkant van de auto met zich mee en was in z'n geheel minder aan de retrostijl georiënteerd. Er verschenen twee nieuwe turbodieselmotoren met 96 kW (130 pk) en 110 kW (150 pk) in de 1,8 liter versie die het 2,0 liter model verving. De auto was verkrijgbaar met een handmatige vijfversnellingsbak of met een automaat met vijf versnellingen. De sedan en combi werden aangeboden in de uitrustingsvarianten Classic, Club, Connoisseur en Contemporary. De sedan werd bovendien in een variant met een verlengde wielbasis op de markt gebracht als Rover 75 Vanden Plas. Toen Rover in 2005 failliet ging en aan het Chinese SAIC verkocht werd, werd de productie van de Rover 75 voor Europa beëindigd. Daarna werd het model vanaf 2006 verder geproduceerd voor de Chinese markt onder de naam Roewe 750.