Fiat Coupe

Fiat blikt terug op een lange coupé traditie

Normaalgesproken laat de Italiaanse autofabrikant Fiat het sportautosegment over aan zijn dochter Alfa Romeo en richt hij zich in plaats daarvan op economymodellen en compacte personenwagens. Maar toch was er in de geschiedenis van Fiat een periode waarin de autofabrikant uit Turijn succesvol was met mooigevormde en sportieve coupés en cabriolets zoals de Fiat 124, namelijk vanaf de jaren ’50 tot aan het einde van de jaren ’80. Midden jaren ’90 pakte Fiat deze traditie weer op door de eenvoudigweg Fiat Coupé genaamde sportauto naast de Spider Barchetta in de collectie te plaatsen.

De snelste Fiat uit de bedrijfsgeschiedenis

De 2-2 zitter Fiat Coupé werd van 1994 tot 2000 door carrosseriespecialist Pininfarina voor Fiat geproduceerd. In het begin verscheen de sportcoupé met een 2,0 liter motor met 102 kW (139 pk) en met een turbomotor met 140 kW (190 pk) op de markt. Vervolgens rustte Pininfarina de Fiat Coupé vanaf 1996 met nieuwe motoren uit. Het instapmodel met vier cilinders beschikte over een motor met een prestatievermogen van 96 kW (131 pk). Het vijfcilindermodel had een motor met een prestatievermogen van 113 kW (154 pk). Het topmodel was de Fiat Coupé met turbo-oplading en een prestatievermogen van 162 kW (220 pk). In deze versie kon de auto maximaal 250 km/u bereiken. Daarmee was deze Fiat Coupé het snelste in serie geproduceerde voertuig uit de geschiedenis van Fiat.

De historische Fiat Coupés zijn geliefde Classic Cars onder verzamelaars

Het designbureau Ghia ontwierp in 1961 een Fiat Coupé op basis van de Fiat 2300. Deze had vier zitplaatsen en een prestatievermogen van 77 kW (105 pk). De Italiaanse autoproducent Abarth modificeerde de motor tot een motor met 96 kW (131 pk) in de versie Fiat 2300 S Coupé. De Fiat 850 Coupé, die ontworpen was door designer Bertone op basis van de gelijknamige sedan, trad midden jaren ’60 iets bescheidener naar voren. Aanvankelijk had deze kleine sportcoupé een prestatievermogen van slechts 34 kW (47 pk), maar dat was alsnog voldoende om een topsnelheid van 140 km/u mee te kunnen bereiken. Het dynamische optreden werd in het interieur onderstreept door sportstoelen en een leren stuur. Tot aan de beëindiging van de productie in 1972 verscheen er twee keer een nieuwe oplage van de Fiat 850 Coupé. Vanaf 1976 verscheen er vervolgens een opvolger, de Fiat Coupé 1100/1300 op basis van de Fiat 128 die onder de naam Fiat 128 Berlinetta verkocht werd.

De Fiat Dino Coupé met Ferrari-motor

In 1966 breidde de Italiaanse autofabrikant zijn collectie van sportieve modellen uit met de Coupé Fiat Dino. Deze door Bertone ontworpen coupé werd aanvankelijk tot 1969 met een van Ferrari stammende zescilindermotor met 117 kW (160 pk) geproduceerd. Vervolgens werd hij tot 1974 met een sportievere 2,4 liter motor met 132 kW (180 pk) uitgerust.

Fiat 130: coupé van de hogere klasse

De fabrikant uit Turijn presenteerde in de jaren ’70 ook een coupé in de hogere klasse. Hij werd ontworpen en geproduceerd door carrosseriebouwer Pininfarina, waar tussen 1971 en 1977 circa 5000 exemplaren van deze Fiat 130 sportcoupé ontstonden. De Fiat 130 Coupé beschikte over een 3,2 liter V6-motor met een prestatievermogen van 121 kW (165 pk). Verder had hij een uitrusting die past bij een auto uit de hogere klasse, namelijk met airconditioning, aluminium velgen en elektrisch bedienbare zijruiten. De kleine oplages van de historische Fiat Coupés hebben er voor gezorgd dat de voertuigen onder verzamelaars geliefde Classic Cars geworden zijn.